Aanpassingsvermogen
‘Ik ga geen blog schrijven over iets rondom coronatijd hoor. Corona is al genoeg om ons heen’, dacht ik. Maar er is wel een interessant gevolg van dat rondwarende virus; wij mensen moeten ons steeds aanpassen. We moeten continu verwachtingen bijstellen (vakantie kan niet doorgaan, familiebijeenkomst wordt afgezegd), flexibel zijn (we geven elkaar geen hand meer, we moeten ineens looproutes volgen) en we moeten leven met onzekerheid (wanneer wordt het allemaal weer ‘gewoon’?).
Zwabberen tussen 2 en 9
Nou is ons aanpassingsvermogen iets wat me al langer interesseert. Tijdens mijn puberjaren vond ik het leven vaak bijzonder ingewikkeld. Als ik mijn dagen een cijfer moest geven, zwabberde dat tussen de 2 en de 9 –zo hoort dat bij pubers-, maar gemiddeld kwam ik wel op een 7 uit. Ondanks geploeter op school en gedoe thuis, wist ik mij innerlijk aan te passen en er een voldoende van te maken. Later werd het leven niet minder ingewikkeld, maar wel stabieler. Ik ging eens langdurig op reis, een hoogtepunt! Ook toen merkte ik: de dagen kregen soms een 5, vaker een 8 en dus kwam ik op een 7 uit. Of misschien zelfs een 7½. Wat ik wil zeggen is dat je gemoed elke keer weer neigt naar een gemiddelde. Je geest past zich altijd aan: in goede én in slechte tijden. Zelfs in de periode dat mijn vader plotseling overleed, was mijn leven niet heel lang een 2, en zeker niet de hele dag door.
Een hobbelig verloop
Het aanpassen aan nieuwe situaties verloopt vaak volgens een hobbelig pad dat verschillende fases kent. En ook nog door elkaar heen. Vergelijkbaar met een rouwproces: je komt ontkenning, paniek en boosheid tegen, maar ook berusting, overgave en uiteindelijk zelfs nieuwe wegen. En zagen we dit de afgelopen maanden ook niet volop in het coronanieuws? Van ‘ach, het valt allemaal wel mee’ (ontkenning) naar lockdown (paniek?) en boosheid (demonstraties).
Als het spaak loopt
Natuurlijk wisselt het aanpassingsvermogen en het doorlopen van die fases per situatie en van mens tot mens. Vaak werkt het prachtig en als vanzelf. Maar soms loopt het spaak. Dan lukt het je niet – of onvoldoende – om je aan te passen aan de onverwachte situatie of gebeurtenis. Dan merk je dat je blijft steken in verdriet, angst of depressieve gevoelens. De balans slaat door naar een onvoldoende. De gemiddelde 7 of 7½ lijkt dan onbereikbaar.
Niet in je eentje tobben
Dit kan dan leiden tot wat in de psychologie een ‘aanpassingsstoornis’ genoemd wordt. Naast depressieve en angstgerelateerde klachten kunnen er moedeloosheid en rouwverwerkingsproblematiek de kop opsteken. En, je voelt hem al aankomen: daar moet je er niet zelf mee blijven tobben. Praat erover! Met mensen die je vertrouwt of met een professional. Zo zorg je ervoor dat je aanpassingsvermogen weer in beweging komt en de weg vrijgemaakt wordt naar een ruime 7.
Herken je dit of wil je reageren? Schroom niet en plaats je reactie hieronder of stuur me een bericht!
Foto via Pexels
No Comments